Rolhond

Ik heb een rolhond. Daar ben ik niet blij mee. Tot gisteravond wist ik niet dat een rolhond bestond. Gisteravond stond ik namelijk voor de zoveelste keer tot mijn knieën in het koude water van de rivier Tika schoon te boenen. “Je hebt een echte rolhond,” concludeerde een vriendin die mij geamuseerd gadesloeg vanaf de kant. Een rolhond is een hond die zich vol overgave in ‘viezigheden’ rolt. Tika vindt het heerlijk, eerst rollen en daarna opeten. Hoe ranziger hoe beter. En ik ga spontaan over m’n nek. Het ergste is als we eerst met de auto naar huis moeten rijden. Alle ramen heb ik open en dan nog word ik bedwelmd door de penetrante geur die vanuit de bench de auto terroriseert. Sinds kort heb ik een fles groene zeep in de auto, maar ik weet niet of dit middel krachtig genoeg is. Tika is een enorme viespeuk, in een elegante verpakking.

Tika op de berg Jarre.

De beer of de eland

Als in een flits schiet de rode polo de oprit op. Ik zie hoe Gurra uit zijn auto springt en met grote passen naar de deur loopt. ‘Och jee, er is iets met zijn hond Snotte’, is mijn eerste reactie. Op dat moment zie ik de snuit van Snotte door de half open autoruit. Niets met Snotte dus. Gurra stapt binnen en begint meteen opgewonden te vertellen over verse sporen van een eland met kalf en een beer. Hij is nog niet uitgesproken of ik stap in mijn laarzen en loop met de camera in m’n hand naar zijn auto. Tika springt bij Snotte op de achterbank en beide honden hebben moeite hun balans te houden als Gurra met een flinke swieper achteruit rijdt.


Hij trapt het gaspedaal flink in en op de snelheidsmeter zie ik dat we met 70 km/u over de kleine bosweg schieten. Aangezien geen van de meters in de oude polo naar behoren werkt, kan de snelheid ook lager of hoger hebben gelegen. Ik probeer de gordel te pakken, maar deze werkt duidelijk ook niet naar behoren. Geen gordel dus. Tika en Snotte zijn blij elkaar te zien en rollen over de achterbank. Snotte probeert met zijn stramme oude lijf over de leuning bij mij op schoot te klimmen; ik zit op zijn stoel. Ik probeer hem met alle macht terug te drukken. Nu wil Tika ook bij mij op schoot; met mijn hand tegen haar hoofd gedrukt houd ik haar tegen terwijl Snotte een nieuwe poging doet om bij Gurra op schoot te gaan zitten. Hardhandig druk ik beide honden terug terwijl de kleine polo nog steeds met hoge snelheid over de bosweg stuitert. Opeens staan we stil. Ik stap uit en zie inderdaad sporen van een eland, een kalf en een beer. Aan de kleine pootafdruk te zien is het een jonge beer. Met de auto volgen we de sporen en na ongeveer een halve kilometer verdwijnen ze het bos in. Ik loop een stuk het bos in, maar zie niets meer. Geen idee wie die dag geluk heeft gehad; de beer of de eland.

As it is in heaven

Onlangs was ik op een schitterende plek, waar ik letterlijk ettelijke malen langs ben gefietst, zonder van haar bestaan af te weten. Als ik naar Aktse bergstation ga, en de imposante berg Skierfe, rij ik met de auto naar de parkeerplaats bij Sitoälvsbron, vervolgens fiets ik 10 kilometer over een bosweg en de laatste 6 kilometer loop ik over een slingerend paadje naar Aktse. Hoe vaak ben ik langs deze magisch mooie plek gefietst, verscholen achter hoge dennenbomen en oude berken? Soms heb je een oude rot in het vak als Tommy nodig om nieuwe plekken te ontdekken.


Zo stel ik mij de hondenhemel voor, waar Jussi nu woont. Een uitgestrekt strand met velden van sneeuw en ijs, omgeven door bos en bergen, waardoor een koude rivier stroomt. Het is goed zo.


Boomstronken en wortels vertellen van een bos dat ooit is geweest.

De magische berg Skierfe.